Sinds 1 januari 2012 is de vakantiewetgeving veranderd. Vooral de opbouw van vakantiedagen van zieke werknemers zal anders worden. Waar moet u rekening mee houden?
Voorheen had een fulltime werknemer bij een werkweek van 40 uur, recht op 20 wettelijke vakantiedagen per jaar. Deze bleven vijf jaar geldig. Voor zieke werknemers was een aparte regeling: zij bouwden alleen wettelijke vakantiedagen op over de laatste zes maanden van hun ziekteperiode. Was een werknemer bijvoorbeeld twee jaar ziek, kreeg hij of zij geen 40 wettelijke vakantiedagen, maar 10 dagen.
In de nieuwe regeling, krijgt een werknemer voor zijn volle ziekteperiode wettelijke vakantiedagen. Dus bij een ziekteperiode van twee jaar, krijg hij of zij 40 wettelijke vakantiedagen. Echter, de vakantiedagen blijven wel korter ‘houdbaar’. In plaats van na vijf jaar, vervallen wettelijke vakantiedagen voortaan na zes maanden. Werknemers moeten daarom tijdens het jaar of binnen zes maanden daarna, hun wettelijke vakantiedagen opmaken. Anders zullen ze vervallen. Een uitzondering: als een werknemer buiten eigen schuld de vrije dagen niet op kan nemen, geldt de verjaringstermijn niet.
Als een werknemer tijdens zijn ziekteperiode op vakantie gaat zal hij dus dagen moeten opnemen.
Deze nieuwe regeling is ingegaan op 1 januari 2012. Dit betekent dat de dagen, opgebouwd in 2011 apart behandeld moeten worden. Deze blijven immers nog steeds vijf jaar geldig. Overigens worden in 2012 eerst de dagen van 2012 opgemaakt en daarna pas de oude dagen uit vorige jaren.